Door Natasha Wright voor Strategic-Culture, 19 mei 2023
De nieuwe wereldorde is multipolair
De Verenigde Staten (VS) zijn erin geslaagd een dominante positie in de wereld te verwerven door soft power, nadat ze eerst alles hebben vernietigd door hard power.
Volgers van geopolitiek hebben ongetwijfeld het nieuwe modewoord inmiddels opgemerkt: de multipolaire wereld.
De Mauerfall, of in het Nederlands, de veelgeprezen val van de Berlijnse muur, was zeker een spreekwoordelijke afbraak van de wereld zoals we die kenden: de wereld van de polariteiten, de wereld van de tegenstrijdige waarden tussen de VS en de USSR, gaf aanleiding tot het tijdperk van de unipolaire wereld die zich destijds aan de politieke horizon aftekende.
De VS werd de enige wereldmacht. Men was ervan overtuigd dat de wapenwedloop en de anti-Sovjet propaganda toen achter de rug waren.
Voor sommige politieke analisten betekende de ineenstorting van het echte socialisme aantoonbaar het einde van de geschiedenis van het antagonisme tussen de twee politieke machtscentra. Voor anderen lijkt het de weg te hebben vrijgemaakt voor een conflict tussen beschavingen op religieuze en culturele basis, om er maar twee te noemen.
De derde groep zag in de dooi van de Koude Oorlog het begin van wereldwijde verschuivingen in handel en zakenleven via de “vrije markt” en de vorming van de “global state”.
Achteraf gezien zijn sommige van deze voorspellingen uitgekomen, maar andere bleken niet meer dan een waanidee. De oorlog in Oekraïne heeft ongetwijfeld aanleiding gegeven tot een aantal cruciale veranderingen en er komen meer veranderingen aan. De val van de Berlijnse muur in 1989 kan de zaken op scherp hebben gezet of mogelijk een verlichting hebben gebracht voor EU-landen.
Rond die tijd, in 1989, kwam George H.W. Bush aan de macht in het Witte Huis. De weg naar de politieke doos van Pandora (Mauerfall) zou echter eerder zijn georkestreerd door zijn voorganger, Ronald Reagan, die beroemd en berucht was om zijn anticommunistische of meer nog anti-Sovjet overtuigingen en daden. Men kan nu zonder meer zeggen dat deze anti-communistische, alias anti-Sovjet, gevoelens op het eerste gezicht altijd anti-Rusland zijn geweest.
Deze anti-gevoelens zijn in de loop van de geschiedenis vele malen in verschillende gedaantes gemanifesteerd. Als voorbeeld de hatelijke woorden van Reagan, die de USSR een Evil Empire noemde. Zij zijn nog steeds beklemmend, zoals ze de werkelijkheid vertekenden.
De komst van Gorbatsjov aan de macht in de USSR werd met instemming begroet. Vooral vanwege zijn enorme en aanstekelijke enthousiasme voor de vernieuwing van de formele betrekkingen tussen de VS en de USSR.
De overweldigende atmosfeer in de VS was er een van een welkome verbetering in de regeerperiode van George H.W. Bush.
De val van de USSR twee jaar na de val van de Berlijnse muur viel samen met de overname door zogenaamde Neoconservatieven of Neocons van de macht en de dominantie in het buitenlands beleid van de VS.
Als je het woord in een woordenboek opzoekt, staat er dat een neoconservatief of een neocon “iemand is met een conservatieve of rechtse politiek, die sterk gelooft in de vrije markt en vindt dat zijn land zijn militaire macht moet kunnen gebruiken om betrokken te raken bij toestanden in andere landen of om deze te proberen te beheersen”.
De Amerikaanse neocons grepen hun kansen in de nasleep van de val van de Berlijnse muur en de ondergang van de USSR, waarbij in hun ogen de “liberale democratie” de ideologische overwinning had behaald. De betekenis en de ideologische reikwijdte ervan kwamen in 1989 in beeld, toen een politiek analist van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken een artikel schreef voor het rechts georiënteerde tijdschrift voor internationale betrekkingen, The National Interest, getiteld “The End of History?”.
De analist was Francis Fukuyama. Zijn artikel veroorzaakte een grote controverse. In 1992 zette hij het artikel om in een boek: “Het einde van de geschiedenis en de laatste mens”.
Omdat de term en het fenomeen zich na verloop van tijd leken te ontwikkelen, werkte Paul Wolfowitz het in 1991 verder uit en schreef hij de “Wolfowitz’s Doctrine”. Deze opvatting schreef voor dat de VS hun unieke historische kans moesten benutten om geen andere potentiële rivalen toe te laten in de financiële en politieke arena, aangezien de VS blijkbaar de “enige supermacht” was die in staat was anderen regels op te leggen. Voor sommige denkers was er een opvallende gelijkenis tussen de nieuwe Pax Americana en die van het oude Romeinse Rijk, de Pax Romana.
De Pax Americana werd begin jaren negentig beschouwd als het historische equivalent ervan. De Amerikaanse leiders zagen hun kans schoon om die gouden kans te grijpen en de wereld hun heerschappij op te leggen. In die tijd was er in de VS een publiek debat gaande over de vraag of de VS een wereldmacht moesten worden of niet. Vreemd genoeg waren er steeds meer mensen die ervoor pleitten dat de VS de NAVO zou ontbinden, maar de Amerikaanse neocon haviken kregen uiteindelijk de overhand.
Hier is een citaat van William Shakespeare toepasselijk: “Wie te dicht bij de zon komt, met gouden vleugels, laat ze smelten.”
Het besluit van de VS en haar vazallen om het militaire bondgenootschap van de NAVO uit te breiden werd genomen in 1997, wat vervolgens aanleiding gaf tot de agressie tegen het voormalige Joegoslavië (Servië en Montenegro) in 1999. Daarna volgde een aantal andere Amerikaanse invasies, oranje revoluties en regimewisselingsoperaties, zoals die in Irak, Libië, Syrië, Afghanistan, Jemen, Soedan en momenteel de door de VS geleide proxy-oorlog in Oekraïne.
De parallellen tussen al deze zaken klinken misschien vergezocht en ongegrond voor een politiek onwetend oog. Een kans om de strijdbijlen van de VS en de USSR te begraven, “zwaarden tot ploegscharen te slaan”, op alternatieve manieren samen te werken door handel, cultuur, onderwijs, enzovoort, en wereldwijd vrede te smeden, is jammerlijk mislukt. Het waren in feite de VS die luidkeels “Nee” riepen en kozen voor een felle en vaak wrede geopolitieke concurrentie, die de hele wereld langzaam maar zeker aan de rand van een Derde Wereldoorlog heeft gebracht.
Ten tijde van de unipolaire wereld, zolang het duurde, leken de VS, alias de G7 alias het Collectieve Westen, de wereld te regeren. Sommigen noemen de VS meer theatraal de “Deep State“.
Een van de grotere aardverschuivingen vond plaats na de eerste ambtstermijn van George H.W. Bush tijdens de presidentsverkiezingen van 1992, toen de Democratische kandidaat Bill Clinton aan de beurt kwam voor zijn eerste termijn. Een derde kandidaat, Ross Perot, verscheen plotseling, en sommige analisten zijn geneigd te denken dat Perot alleen werd neergezet om een deel van de stemmen weg te halen en zo te voorkomen dat George H.W. Bush zijn tweede termijn in het Witte Huis zou winnen.
Met deze kolossale verandering ging het Amerikaanse buitenlandse beleid op de één of andere mysterieuze manier over in imperiaal globalisme waarin financiële magnaten het toneel beheersen. Het financieel kapitaal slaagde erin alles en iedereen te kapen en te controleren tot volledige onderwerping, waarbij veel andere landen zich gewoon hielden aan de dictaten van de VS. Dat gold zelfs voor machtige landen als Groot-Brittannië en Duitsland met name onder druk van de financieel krachtige structuren van de VS, ondersteund door hun militair-industrieel complex.
Ter vergelijking: de EU-landen leken tijdens de Koude Oorlog meer soevereiniteit te hebben dan sinds de VS hun “full spectrum dominance” hebben laten gelden. Men kan zich echter afvragen of het collectieve Westen ooit enige mate van verzet heeft getoond tegen de Amerikaanse hegemonie.
In 2003 was er duidelijk verzet van Duitsland en Frankrijk tegen het Amerikaanse imperialisme toen zij probeerden zich te verzetten tegen de invasie van Irak door de VS en Groot-Brittannië. Maar ze werden schaamteloos genegeerd door Washington. Het was toen overduidelijk dat de VS nooit enige afwijkende stem of politieke rivaliteit zouden toestaan binnen het Mondiale Westen, wat opnieuw een paradox is, waarbij de VS per se een dictator wil zijn, maar rondwandelt alsof ze de wereld democratie brengt.
We zagen het hoogtepunt hiervan in de huidige oorlog in Oekraïne, waarin de VS het Westen brutaalweg dwong zich aan te sluiten bij hun proxy-oorlog tegen Rusland. Toen Berlijn aarzelde, bliezen de VS de Nord Stream-gasleiding tussen Rusland en Duitsland op. Washington verwacht nog steeds dat de EU haar eigen fundamentele belangen opoffert voor de VS. De oorlogszuchtige, op financiële winst en macht beluste VS elimineren iedereen die haar in de weg staat.
Het lijkt verbijsterend hoe de VS erin geslaagd zijn een overweldigende dominantie te verwerven, niet alleen over de EU, maar ook wereldwijd. Washington is erin geslaagd een machtspositie te verwerven door soft power, nadat het tegenstanders heeft vernietigd door hard power.
Het gebruik van zachte macht heeft pas effect als de harde macht van wapens en tanks al eerder ravage heeft aangericht in het land van tijd en keuze. De VS slaagden er steeds in om andere landen over te halen voor wat zij de Washington Consensus noemden. De VS zou een groeiend aantal regels en voorschriften op het gebied van economie, bankwezen en financiën met een eigenmachtig eenzijdig bevelschrift opleggen. En zodra zo een land de Amerikaanse regels aanneemt, beloven de VS dat het land gegarandeerd enorm zal profiteren van de toepassing ervan in hun eigen economische en financiële context. Maar in werkelijkheid wordt elk land dat eraan ten prooi valt gekoloniseerd zonder dat zijn regering zich daarvan bewust is. Als een land zich conformeert aan het “systeem van wonderen” van de VS, kan zijn economie wereldwijd een concurrentievoordeel behalen, maar dat land stapelt dan wel eindeloze schulden (credit trap red.) en armoede op bij de kwakzalvers (snakeoil merchants/economic hitmen) in Washington DC.
Maar gelukkig is dit beangstigende concept van wereldwijde hegemonie te ambitieus geworden. Simpel gezegd: de politieke Gulliver van verblinde ambitie (American exceptionalism – Barack Obama, red.) heeft niet langer kunnen passen in het land van de “anders begaafde” Lilliputters.
Tot grote verrassing van de VS heeft een aantal wijze en nuchtere naties inmiddels de knoop doorgehakt en de veronderstelde hegemonie van Amerika afgewezen. Dit multipolaire verzet wordt voornamelijk geleid door China en Rusland. De andersdenkende meerderheid vertegenwoordigt ongeveer 85% van de wereldbevolking. Het verzet tegen het globalistische imperialisme, dat ten onrechte wordt bestempeld als “Amerikaans buitenlands beleid”, is al vóór de Oekraïenecrisis in een stroomversnelling geraakt.
Het groeiende sentiment is fel gekant tegen de Amerikaanse elites die pretenderen de hele wereld te regeren vanuit één machtscentrum.